Christelijke Moed
(Also available in English)
‘Christelijke moed’ is de bereidheid om te zeggen en te doen wat juist is, ongeacht de prijs die je hiervoor op aarde moeten betalen, en dit omdat God belooft je te helpen omwille van Christus. Het kost moed om iets te doen dat pijnlijk zal zijn. Soms is de pijn lichamelijk, zoals bij oorlog, of een reddingsoperatie. Soms is de pijn mentaal, zoals bij een confrontatie of controverse.
Moed is onmisbaar bij het verspreiden en bewaren van de waarheid van Christus. Jezus beloofde ons dat we op tegenstand zouden stoten bij het verspreiden van het evangelie: “Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en zij zullen u doden, en gij zult door alle volken gehaat worden om mijns naams wil.” (Matt. 24:9). Paulus waarschuwde dat, zelfs binnen de gemeente, trouw aan de waarheid strijd zou kosten: “Zelf weet ik, dat na mijn heengaan grimmige wolven bij u zullen binnenkomen die de kudde niet zullen sparen; en uit uw eigen midden zullen mannen opstaan, die verkeerde dingen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken.” (Hand. 20:29-30; zie ook 2 Tim. 4:3-4).
Daarom vergen waarheidsgetrouwe evangelisatie en waarheidsgetrouw onderricht moed. Als we bij het evangeliseren of het onderrichten wegvluchten voor tegenstand, dan brengt dat oneer aan Christus. Maarten Luther zegt het als volgt:
“Wanneer ik met de luidste stem, en het duidelijkste onderricht elk gedeelte van Gods waarheid belijd, behalve dat kleine stukje dat net op dat moment door de wereld en de duivel aangevallen wordt, dan belijd ik Christus helemaal niet, hoe vrijmoedig ik hem ook belijd. De trouw van de soldaat wordt bewezen daar waar de strijd woedt, en als hij daar tekortschiet, is het alleen maar oneervol vluchten wanneer hij stand houdt op alle andere slagvelden.”
Waar halen we dan die moed vandaan? Overdenk de volgende tips.
Uit het ontvangen van vergeving en rechtvaardiging – “De goddeloze gaat op de vlucht, zonder dat iemand vervolgt, maar de rechtvaardige voelt zich veilig als een jonge leeuw.” (Spr. 28:1). “En daar Jezus hun geloof zag, zeide Hij tot de verlamde: Houd moed, mijn kind, uw zonden worden vergeven.” (Matt. 9:2)
Uit het vertrouwen en hopen op God – “Weest sterk en uw hart zij onversaagd, gij allen, die op de HERE hoopt.” (Ps. 31:24; zie ook 2 Kor. 3:12)
Uit het vervuld zijn met de Geest – “En terwijl zij baden, werd de plaats, waar zij vergaderd waren, bewogen; en zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid.” (Hand. 4:31)
Uit de belofte van God dat Hij bij je zal zijn – “Heb Ik u niet geboden: wees sterk en moedig? Sidder niet en word niet verschrikt, want de HERE, uw God, is met u, overal waar gij gaat.” (Joz. 1:9)
Uit de wetenschap dat Hij die met je is, sterker is dan de tegenstander – “Weest sterk en moedig, vreest niet en wordt niet verschrikt voor de koning van Assur en de gehele menigte die met hem is, want met ons is meer dan met hem.” (2 Kron. 32:7)
Uit de zekerheid dat God Heer is over elke strijd – “Wees sterk en laten wij ons dapper gedragen voor ons volk en voor de steden van onze God. De HERE doe wat goed is in zijn ogen.” (2 Sam. 10:12)
Uit het gebed – “Ten dage dat ik riep, hebt Gij mij geantwoord, Gij hebt mij bemoedigd met kracht in mijn ziel.” (Ps. 138:3; zie ook Ef. 6:19-20)
Uit het voorbeeld van anderen – “…het merendeel der broeders in de Here heeft door mijn gevangenschap vertrouwen gekregen om met des te meer moed onbevreesd het woord Gods te spreken.” (Fil. 1:14)
Verschenen in TijdShrift voor Pastoraat, Gezin en Gemeenteopbouw, nov/dec 2004 – jan 2005, p. 6-7.